WGA en Privatisering

WGA en PRIVATISERING

De voor- en nadelen van eigen risico dragen voor de WGA.

Bedrijven met meer dan vijf werknemers kunnen per jaar besparen door hun WGA risico over te hevelen van het UWV naar particuliere verzekeraars. Tot nu toe heeft nog geen 15 procent van de in aanmerking komende bedrijven deze kans gegrepen. Het voordeel wordt straks nog groter als de WGA op termijn volledig geprivatiseerd zal worden. Particuliere verzekeraars rekenen vaak een aanzienlijk lagere premie dan het UWV. Ook zal een verzekeraar sneller werken aan een eventuele arbeidsreïntegratie. Het UWV onderneemt pas actie als een arbeidsongeschikte daar als zodanig wordt gekwalificeerd.

De overstap van UWV naar particuliere verzekeraar is met name voordeliger voor de groep van bedrijven met tussen de 5 en 100 werknemers. Per 1 januari 2011 bedraagt de minimum gedifferentieerde WGA-premie 0,07% voor grote werkgevers en 0,56% voor kleine werkgevers. Het maximum voor kleine bedrijven met een loonsom < € 747.000 bedraagt 1,65% en voor de grote werkgevers met een loonsom van > € 747.000 is dit 2,20%.  Startende ondernemers betalen respectievelijk 0,56% of 0,62%. Bekijk de site van de Belastingdienst!
Bij verzekeraars betalen werkgevers tussen de 0,3 en 0,6 % premie over de loonsom. Dit kan een jaarlijkse besparing per bedrijf per jaar opleveren. Na jaren van opeengestapelde regel- en wetswijzigingen gelooft menig werkgever het kennelijk wel en ziet men dergelijke kleine voordeeltjes over het hoofd. Toch zal het verschil UWV – private verzekeraar steeds groter worden, omdat steeds meer bedrijven uit het publieke bestel treden. In 2010 zijn de premiekosten van het UWV meer dan verdubbeld. Voorspeld wordt, dat in 2012 de minimumpremies weer zullen verdubbelen of zelfs verdrievoudigen.

Voor bedrijven met minder dan vijf werknemers is de overstap niet voordeliger, tenzij zij een sterke toename van personeel voorzien. Veel verzekeraars werken met een minimumpremie en zijn daardoor duurder dan het UWV. Ook voor bedrijven met WAO-instromers uit het verleden kan het de moeite waard zijn om zich toch nog eenmaal over de materie te laten adviseren.

VOORDELEN eigen risico dragen
Een werkgever die eigen risico gaat dragen heeft allereerst het voordeel dat hij alleen het basisdeel van de WIA-premie betaalt, en niet het gedifferentieerde deel. Bovendien is het nadeel dat daar tegenover staat – hij draait wél op voor een eventuele WGA-uitkering – vaak niet zo groot als het lijkt. Zeker niet als bij een bedrijf het jaarsalaris van het merendeel van de werknemers minder is dan € 26.935 bruto.
De WGA gaat ervan uit dat een werknemer in ieder geval het minimumloon kan verdienen – voor 2011 € 18.600 bruto als men 23 jaar of ouder is. Dat betekent dat iemand met een hoger jaarloon van bijvoorbeeld € 20.000 nooit een WGA-uitkering kan krijgen. Omdat een werknemer de mogelijkheid heeft om die € 18.350 te verdienen, komt hij immers nooit aan de ‘benodigde’ 35 procent loonverlies. Pas bij een jaarloon van meer dan € 27.000 wordt een WGA-uitkering mogelijk.
Toch is ook bij hogere salarissen de kans op een WGA-uitkering niet groot. Want het UWV selecteert gangbare functies die qua salaris zo dicht mogelijk aanliggen tegen het oorspronkelijke loon. Een manager met burn-out zou bijvoorbeeld een stapje terug kunnen doen, met een iets lager salaris. Dat betekent: geen 35 procent inkomensverlies, en dus ook geen WGA-uitkering.

NADELEN eigen risico dragen
Allereerst moet de werkgever goed beseffen dat eigen risico dragen hem niet verlost van de basispremie WGA. Die is voor alle werkgevers hetzelfde, ook als ze kiezen voor een private verzekering van het arbeidsongeschiktheidsrisico.
Tevens is bij eigen risico dragen de werkgever tien jaar verantwoordelijk voor de reïntegratie van zijn anders geschikte werknemer, zelfs als die niet meer in dienst is. Als bijvoorbeeld zo’n werknemer na vijf jaar een baan vindt, waarmee hij meer dan 65 procent van zijn oorspronkelijke loon kan verdienen en hij valt vervolgens uit, dan is de oude werkgever toch verantwoordelijk voor de reïntegratie. Wanneer een werkgever geen eigenrisicodrager is, betaalt het UWV na twee jaar arbeidsongeschiktheid de reïntegratiekosten.

Verder kan de verantwoordelijkheid voor maximaal tien jaren reïntegratie fors in de papieren lopen. Want de oorspronkelijke werkgever van een werknemer kan een nieuwe werkgever geen no-riskpolis (lees: low-riskpolis) aanbieden. Dit is een hulpmiddel van het UWV om een werknemer bij een andere werkgever in dienst te laten treden. Die nieuwe werkgever hoeft de eerste vijf of tien jaar van dat dienstverband geen ‘ziekengeld’ te betalen als de nieuwe werknemer uitvalt.
Als particuliere verzekeringsmaatschappijen aanvullende uitkeringen aanbieden, stellen ze vaak forse eisen, bijvoorbeeld op het gebied van algemene verplichtingen en risico-inventarisatie en -evaluatie. En er zijn uitsluitingen die passen bij private verzekeringen, zoals molest, terrorisme en kernreacties.
Ook worden in het algemeen de kosten van reïntegratie niet vergoed.

KENNIS en DESKUNDIGHEID
Houd er ten slotte rekening mee dat een eigenrisicodrager namens het UWV de wet uitvoert, en dat het UWV dat toetst. De werkgever moet dus over de noodzakelijke kennis en deskundigheid beschikken. Dat is in te huren, maar er zijn dan ook kosten mee gemoeid.

Jobfit en Topfit

 

Jobfit en Topfit: een kwestie van Gezond Management!

Ter afsluiting van de post HBO-opleiding van AVANS+ Hogeschool tot Register Adviseur Integraal Gezondheids Management (RAIGM) dient er een zogenoemd “masterplan” geschreven en verdedigd te worden voor de examencommissie.
Het masterplan van mede-student Peter Weustink is tegelijkertijd het plan om binnen Zorggroep Middenveld Drenthe (ZMD) Integraal Gezondheids Management (IGM) stevig op de kaart te krijgen. Aan de basis van dit plan ligt de tijdens de colleges verworven stof. Naast de collegestof is veel gebruikt gemaakt van overige literatuur uit de wereld van IGM. De term IGM zal in dit masterplan echter niet veel gebruikt worden.
Reden daarvoor is de betekenis van het woord ‘gezondheid’. Verschillende mensen in de organisatie van ZMD geven daar verschillende betekenis aan.
Daarnaast is gezondheid één van de gebieden die het individuele werkvermogen bepalen maar zeker niet de enige. Veel vaker zal gesproken worden over ‘gezond management’ en ‘gezond werken’.

Management samenvatting Jobfit en Topfit
Onder gezond management wordt in dit masterplan verstaan: ‘Alle activiteiten die zowel de organisatie als medewerkers zelf ondernemen om bekwaam, gemotiveerd en gezond tot de pensioengerechtigde leeftijd te kunnen blijven werken’.
De doelstelling van gezond management is een gezonde organisatie waarin medewerkers optimaal functioneren. Om een aantal redenen is aandacht nodig voor gezond management:
– Het belangrijkste is dat patiëntenwerk mensenwerk is. In een arbeidsintensieve sector als een ziekenhuis of verpleeghuis is de productiefactor arbeid de belangrijkste voorwaarde om de organisatiedoelstellingen te realiseren. Om zorg te kunnen verlenen zijn altijd voldoende gekwalificeerde en gemotiveerde medewerkers nodig.
– De beschikbaarheid van voldoende medewerkers wordt echter bedreigd door onder andere:
• Vergrijzing en ontgroening van het personeel.
• Een toenemende vraag naar zorg.
• Veranderingen in de zorg.
• Maatschappelijke veranderingen.
• Wettelijke veranderingen.

Werkvermogen
Als organisatie moet je de consequenties van deze veranderingen voor zowel patiënten als medewerkers managen. De uitdaging ten aanzien van medewerkers wordt om zodanige maatregelen te nemen dat je nu en in de toekomst voldoende mensen aan je bindt. Maar mensen alleen aan je binden is niet meer voldoende, medewerkers moeten tevens geboeid raken door het werk. De mate waarin medewerkers geboeid worden door het werk is één van de onderwerpen die in dit masterplan aan de orde komt. Het bepaalt mede het individuele werkvermogen. De hoogte van het totale werkvermogen wordt bepaald door afstemming tussen de gezondheid, competenties en motivatie van medewerkers enerzijds en de eisen die het werk stelt anderzijds. Het werkvermogen geeft daarmee aan in hoeverre iemand in staat is om arbeid te verrichten.
Door nu alle variabelen die van invloed zijn op het werkvermogen systematisch te managen zorg je voor een hoge arbeidswaardering waardoor medewerkers aan de organisatie verbonden blijven. Het managen van deze variabelen gebeurt door systematische aandacht voor werkomstandigheden, motivatie, competenties en gezondheid. Door deze onderwerpen een vaste plaats te geven in bestaande structuren (kaderbrief, jaarplannen en HR instrumenten) moet blijvende aandacht (borging) ontstaan. Medewerkers met een laag werkvermogen kunnen door systematisch te meten geïdentificeerd worden. Vroege onderkenning biedt de mogelijkheid om tijdig interventies aan te bieden om het werkvermogen te behouden dan wel te vergroten.
Voor organisaties betekent gerichte aandacht voor het werkvermogen een efficiënte en effectieve inrichting van arbeid. Voor medewerkers betekent dit dat hun organisatie een uitdagende werkplek wordt met gerichte individuele aandacht voor hun gezondheid, competenties, motivatie en de eisen die het werk aan hen stelt. Beiden dragen bij aan toenemende productiviteit.

Als medewerkers kunnen kiezen uit meerdere organisaties, kiezen ze voor een organisatie met een goed werkend “gezond management” systeem. Klik hier voor het gehele masterplan van Peter Weustink.

WERKEN BIJ WARM WEER

De zomermaanden zijn aangebroken. De winterdepressie is als sneeuw voor de zon verdwenen en met een beetje geluk hebben we nog veel mooie dagen voor de boeg. Maar wanneer is het te warm om te werken. En wat moet u als werkgever dan doen?

Wanneer is het te warm om te werken?

  • Bij zittend kantoorwerk treedt alarmfase rood in als de temperatuur op de werkplek boven de 30 graden komt.
  • Voor licht ander werk is dat 28 graden .
  • Bij intensief of zeer intensief werk binnen (lees: zwaar of heel zwaar werk) zijn extra maatregelen nodig als het kwik boven de 26 respectievelijk 25 graden komt, als er tenminste een ventilator aan staat die de lucht constant in beweging houdt.

Maatregelen

  • korter werken en/of vaker pauzeren in koele ruimtes;
  • zwaar werk uitstellen;
  • gelegenheid tot vaker douchen en omkleden, aangepaste kleding dragen;
  • veel (sportdrank) drinken;
  • warmte producerende automaten zoveel mogelijk uitzetten;
  • zonwering toepassen;
  • platte daken nathouden ter koeling;
  • extra ventileren en het liefst airco installeren.

Werken in de buitenlucht
Buiten is het meestal niet zo warm als binnen. Wel is daar het risico van huidkanker veel groter. Een aantal vuistregels:

  • niet in de zon tussen 12.00 en 15.00 uur (aangepaste werkplanning);
  • zorg voor afscherming tegen de zon;
  • beschermende kleding;
  • een pet of helm met nekflap;
  • elke 2 uur insmeren met minimaal factor 10 (vaker als je veel zweet);
  • naar de dokter als een moedervlek verandert of een zweertje niet overgaat.

Of de straling van de zon gevaarlijk is, hangt ook af van uw huidtype; heeft u een lichte huid en rossig haar dan is extra bescherming aan te raden.

Wat gebeurt er met me als het erg warm is?
Als het erg warm wordt, reageert ons lichaam met verwijden van de bloedvaten in de huid. Het probeert zo de warmte sneller af te voeren door het bloed sneller te laten stromen. Het hart gaat sneller kloppen en moet dus harder werken. De huid wordt roder en we gaan zweten. Door zweten wordt warmte onttrokken aan de huid en we koelen af. Bij hoge temperatuur en stilstaande lucht kunnen we onze warme niet goed afvoeren en stijgt onze lichaamstemperatuur. Dat kan slecht zijn voor de gezondheid. Daarbij gaat het niet alleen om de temperatuur, maar ook om de luchtvochtigheid.

Wat zijn de risico’s van warmtebelasting?
Warmtebelasting kan de volgende klachten veroorzaken:

Hitte-uitslag
Huidaandoeningen zoals jeuk en blaasjes-uitslag. Dit komt omdat bij een langdurig natte huid de afvoergangen van de zweetklieren verstopt raken.

Hitte-kramp
Kramp in de spieren ontstaat wanneer we door zweten teveel zout verliezen. Hitte-oedeem, ophoping van vocht in onderhuids weefsel, ontstaat door overmatige vaatverwijding in de huid.

Hitte-uitputting door uitdroging
Dit gebeurt als er vocht verloren gaat door zweten en niet voldoende vervangen wordt. Drinken is dan erg belangrijk. Teveel vochtverlies leidt tot een snelle hartslag, verminderde weerstand en slechtere concentratie.

Hitte-syncope (bewusteloosheid)
Dit ontstaat wanneer er onvoldoende doorbloeding is naar de hersenen, waardoor iemand flauwvalt. Op zo’n moment is teveel bloed nodig in de huid om zweten mogelijk te maken. Gaat meestal gepaard met hoofdpijn, misselijkheid en diarree.

Hitte-beroerte
Het meest ernstige effect. Treedt op als de inwendige temperatuur van het lichaam boven de 41 graden komt. Verschijnselen: rode en droge huid, krampen, stuiptrekkingen en verlies van bewustzijn.

Daarnaast neemt bij verminderde concentratie de kans op ongelukken toe. Voor bepaalde beroepsgroepen houdt dit grote risico’s in. Denk bijvoorbeeld aan een hoogwerker of een buschauffeur.

Extra risico: pas ziek geweest!
Let extra op wanneer bij u een of meer van de volgende kenmerken gelden:

  • U heeft een ziekte, bijvoorbeeld suikerziekte, een hartaandoening of longaandoening
  • U bent pas ziek geweest en bent nog niet helemaal ‘de oude’
  • U heeft een hoge bloeddruk
  • U bent zwanger
  • Er is sprake van overgewicht (u bent te dik)
  • U heeft een gevoelige huid
  • U gebruikt geneesmiddelen
  • Uw conditie is niet optimaal.

Al deze kenmerken kunnen ervoor zorgen dat een mens minder goed tegen hitte kan dan normaal. Raadpleeg bij twijfel uw arts of de bedrijfsarts.

Vanuit de Arbowetgeving staat in het Arbobesluit – art. 6.1 – dat de temperatuur op de werkplek niet nadelig mag zijn voor de gezondheid. Ook andere fysisische factoren zoals kou, tocht, luchtvochtigheid etc. worden nader beschreven. Lees meer

Voor inlichtingen of contact: ga naar de contactpagina