Pesten en Sexuele intimidatie

Pak Pesten en Sexuele Intimidatie meteen aan!

De Arbowet beschrijft PSA als een verzamelbegrip voor seksuele intimidatie, agressie, geweld, pesten en werkdruk. Volgens deze wetgeving dient de organisatie om de risico’s van PSA aan te pakken een gedegen preventief beleid te formuleren en dat op te nemen in de risicoinventarisatie en -evaluatie (RI&E).

Het is daarbij het handigst om werkdruk en ongewenste omgangsvormen apart te behandelen. De belangrijkste oorzaak van werkstress is een slechte afstemming van de mogelijkheden van de werknemer en de eisen die het werk aan hem stelt. Dit kunnen inhoudelijke eisen zijn, maar denk ook aan onregelmatige werktijden, onderbezetting, eentonig werk, de betrokkenheid van collega’s, de manier van leidinggeven en de onderlinge communicatie.

Ook slechte arbeidsomstandigheden -van slechte, oude computers en beeldschermen tot onveilige steigers- kunnen de werkdruk erg vergroten(zie ook: Online stoffenmanager: hulpmiddel gevaarlijke stoffen voor MKB). Bij ongewenste omgangsvormen -verbaal en fysiek geweld(zie: Werkgever kan daders agressie en geweld aanpakken) en seksuele intimidatie(zie: Hulp bij het beleid tegen sexuele intimidatie)– kan de werknemer lichamelijke schade oplopen, maar ook psychische klachten krijgen, zoals angst, slapeloosheid, overspannenheid en depressie.

Omdat PSA veel mogelijke oorzaken kent, moet eerst vastgesteld worden welke de grootste problemen opleveren. Daarvoor is een enquête onder het personeel zeer geschikt, er kan ook een meldingsplicht ingesteld worden of gekeken worden op welke afdelingen en in welke functies het ziekteverzuim het hoogst is. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een voorlichtingsbrochure samengesteld voor werknemers (zie bijlage).

De gevolgen van PSA kunnen enorm zijn. Werknemers kunnen er lichamelijk en psychisch flink ziek van worden. Dit kan leiden tot langdurig ziekteverzuim en instroom in de WIA. Daarnaast lijden de werksfeer en het imago van de organisatie eronder. Hoe voorkomt u dit schadelijke gedrag? Het belangrijkste is dat de normen en omgangsvormen zoals die gelden binnen de organisatie goed worden uitgedragen en welke sancties zullen volgen bij regelovertreding.
­De leidinggevende is de aangewezen persoon om ongewenst (groeps)gedrag te signaleren. De daders moeten in eerste instantie aangesproken worden op hun gedrag. Als dit niet helpt, kan worden gedacht aan overplaatsing, terugzetting in functie of ontslag. Belangrijk is ook dat medewerkers voorvallen zelf kunnen melden, bijvoorbeeld via een meldingsprocedure, ook als het gaat om een leidinggevende die zelf de regels overtreed. Werkgevers zijn verplicht hun personeel te informeren over de risico’s die ze lopen bij de uitvoering van hun werk. Neem dit niet te licht op! De werkgever is immers aansprakelijk als er iets misgaat(zie: Overtredingen van de Arbowet). ­
De werkgever kan zich verder oriënteren over dit onderwerp op het Arboportaal van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Stop Pesten

STOP PESTEN, NEEM CONCRETE ACTIES!

De werkdruk neemt toe en de werkgever is geneigd om sneller minder gekwalificeerd personeel aan te nemen. Dit kan dan leiden tot pestgedrag, waarvoor verschillende oorzaken zijn aan te wijzen.
In ieder geval moeten bedrijven en organisaties meer concrete acties met betrekking tot pestgedrag op het werk nemen. Dit kan in de vorm van het ontwikkelen van een Anti-pestbeleid.

Pesten
Pestgedrag op het werk kan zich in verschillende vormen uiten zoals dreigementen, sociaal isoleren, werken onaangenaam of onmogelijk maken, bespotten, roddelen, lichamelijk geweld en seksuele intimidatie én racisme of discriminatie. De meest voorkomende vormen van pestgedrag op het werk is het (in het openbaar) roddelen en het sociaal isoleren van de medewerker.
Daarnaast heeft de meest voorkomende soort van pesten te maken met machtsmisbruik. Hier is 70 procent van de medewerkers wel eens mee geconfronteerd. Andere machtspelletjes worden bijna net zo vaak genoemd, zoals ondermijnen van gezag (63 procent) en overstelpt worden door werk of kritiek (68 procent).
Verder blijkt uit het Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2005 dat discriminatie 3 procent van de werknemers in Nederland treft. De Arbowet verplicht de werkgever dan ook een beleid te voeren dat de medewerkers beschermt tegen psychosociale arbeidsbelasting (psa) waaronder pesten ook valt.

Oorzaken
Er zijn verschillende oorzaken die leiden tot pestgedrag op het werk. Deze oorzaken zijn te onderscheiden in drie groepen namelijk: persoonskenmerken, groepskenmerken en organisatiekenmerken. Slechte relaties onderling, persoonlijke problemen, jaloezie, afgunst, te weinig interesse vanuit het management en een gebrekkig personeelsbeleid zijn de belangrijkste oorzaken van pestgedrag op het werk.
Minderheidsgroepen als homoseksuelen, medewerkers met een handicap of met een andere kledingstijl, allochtone medewerkers en medewerkers van het vrouwelijke geslacht zijn vaker het slachtoffer van pestgedrag op het werk.

Anti-pestbeleid
Pestgedrag komt vrijwel in allerlei organisaties voor. Daarom moet de werkgever een anti-pestbeleid ontwikkelen. Het percentage pestgedrag op het werk is vaak onbekend binnen de organisatie. Het blijkt dat er vaak een beleid ongewenste omgangsvormen aanwezig is binnen de organisatie, maar geen specifiek anti-pestbeleid. In een anti-pestbeleid staan afspraken over hoe de organisatie met pestgedrag omgaat.
Het opstellen van een anti-pestbeleid kan ervoor zorgen dat het welzijn van de medewerkers wordt bevorderd wat uiteindelijk kan leiden tot verbetering van de arbeidsproductiviteit. Naast de ondernomen maatregelen van de werkgever kan de medewerker zelf ook ervoor zorgen dat hij stabieler staat ten opzichte van het pestgedrag op het werk.

Arbowet
De nieuwe Arbowet bevat het onderwerp pesten. Werkgevers zijn verplicht om beleid te voeren om pesten, seksuele intimidatie, agressie en geweld tegen te gaan. De gezamenlijke noemer voor ongewenste omgangsvormen op het werk is ‘psychosociale arbeidsbelasting’ (psa). Werkgevers moeten de risico’s van psa opnemen in de risico-inventarisatie- en evaluatie. In het plan van aanpak moeten maatregelen tegen psa worden geformuleerd. Professioneel leidinggeven is de beste preventie. Ook moeten leidinggevenden op tijd signalen opvangen en direct actie ondernemen.